Rossumdaerpers en Vaassen: een innige band
Carnaval is in Vaassen diep geworteld. Het heeft er natuurlijk mede mee te maken dat het al eeuwen in ons dorp wordt gevierd, want de eerste geschriften over het vierdaagse festijn in ons dorp dateren van rond 1750. Toch zijn die diepe wortels in de laatste decennia onstuimig gegroeid door een nadrukkelijk beleid van De Rossumdaerpers. Die houden zich vast aan het stramien dat carnaval zich uitstrekt over twaalf maanden. Daarin vallen 52 weken, waarin mensen zich nuttig kunt maken voor anderen.
De basis voor dat streven werd gelegd in 1971 toen het feest dreigde weg te zakken, waardoor Toon Hagen namens De Instuif en in die hoedanigheid namens een stel jonge mensen die graag voor verfrissing van de activiteiten wilde zorgen, contact opnam met de toenmalige eigenaar van café Maartenshof, Platjé. Van hem mochten zij alleen hun gang gaan in zijn zaal als we zouden samenwerken met Toon Leerkes, omdat hij veel ervaring had met het organiseren van feesten en als één van de oprichters bij de oude garde van De Roje Hane hoorde. Op een zonnige najaarsdag in de zandbak van de Maria-kleuterschool hebben ze toen een gesprek gehad en besloten de carnaval nieuw leven in te blazen.
Zij wilden nooit meer in die omstandigheden terecht komen en besloten er een echt dorpsfeest van te maken. Hoewel de twee initiatiefnemers hun ideeën niet direct hebben kunnen verwezenlijken, legde hun insteek wel de basis voor het succes dat De Rossumdaerpers kregen. De vereniging moest gedragen gaan worden door mensen uit alle geledingen en lagen van de bevolking en er zijn voor mensen van alle leeftijden en alle gezindten. Om dat te bereiken werd bijvoorbeeld gezocht naar Prinsenparen die geen directe band met de club hadden. Ook zochten zij naar medewerkers die het hele jaar door dienstbaar wilden zijn aan de samenleving. Dit is nog altijd een speerpunt van De Rossumdaerpers.
De ideeën die achter deze initiatieven steken, zijn duidelijk. ‘De carnaval’ wil iedereen bij het feest betrekken; dus ook de mensen die door ziekte niet kunnen komen. Zodoende krijgen dergelijke mensen al sinds het midden van de jaren zeventig bezoek van vertegenwoordigers van De Rossumdaerpers. Ook het feest voor de senioren en kinderen neemt een prominente plaats in bij de vereniging.
Dat dit door het publiek wordt gewaardeerd, blijkt uit het ledenaantal. De vereniging groeide uit tot de grootste van de gemeente Epe en behoort met een kleine 1500 leden ook al jaren tot één van de grootste carnavalsverenigingen van Nederland. Als de bezoekerscapaciteit van dorpscentrum De Wieken groter was geweest, had dat aantal nog hoger gelegen, want de club heeft steevast een wachtlijst. Deze statistiek is niet alleen een bewijs van de diepe wortels, maar ook van de waardering die Vaassen heeft voor alle activiteiten die de Rossumdaerpers ontplooien.